Niet vullen, maar poetsen (en flossen)!

Koketteren

Koketteren

Het lijkt wel of er steeds meer tandartsen koketteren met biologische tandheelkunde. Ze doen dat zo overtuigend en op een wijze die mij het gevoel geeft, dat als je niet iets extra’s aanbiedt dan de reguliere tandheelkunde, je niet de maximale zorg aan je patiënt biedt. Het wordt dus hoog tijd om me eens te verdiepen in wat de tandheelkunde nog meer te bieden heeft, dan wat er op de universiteiten wordt gedoceerd en wat er in de wetenschappelijke bladen wordt verkondigt, want mijn patiënten hebben ook recht op meer dan de standaard tandheelkundige zorg.

Om te beginnen zou ik tandpasta zonder fluoride aan mijn patiënten kunnen adviseren, aangezien fluoride een giftige stof is. Maar als je dan bedenkt dat alles, zelfs water, in bepaalde hoeveelheden giftig is en de dosering fluoride in tandpasta ruimschoots onder de kritische waarde is,  ga ik dit niet aanbevelen. Ook omdat ik het nuttig vind dat mijn patiënten met iets poetsen wat behalve water en zeep ook iets bevat met een anti-cariogene werking.

Ik begrijp dat er zelfs tandartsen zijn die voedingssupplementen voorschrijven aan hun patiënten, waarvan na kort onderzoek al snel blijkt, dat het voedingscentrum adviseert om hier terughoudend mee te zijn, aangezien dit bij een gevarieerd dieet zelden nodig is en zelfs schadelijk kan zijn. Schoenmaker, blijf bij je leest!

Tandpasta’s en mondspoeling met actieve zuurstof dan? Deze zijn vele malen duurder dan gewone mondzorgproducten en duur is vaak goed, maar in dit geval blijkt al snel dat er geen enkel bewijs is,  dat het ook maar iets beter werkt dan de gewone tandpasta’s. Daarbij is de mondzorg al duur genoeg zonder dit soort onnodige kosten.

Dan maar even echt op de alternatieve tour, want als je als tandarts met electro-acupunctuur de energiebanen gaat doormeten, heb je natuurlijk pas echt het beste voor met je patiënt! Het is alleen jammer dat de conclusie bijna altijd op voorhand al vast staat: veel lichamelijke klachten komen door  metalen in de mond, dus als alle amalgaam restauraties vervangen worden door composiet, dan voelt de patiënt zich weer helemaal pico bello. Helaas is de theorie achter deze meetmethode ook weer twijfelachtig en laat ik sowieso alle (amalgaam-)restauraties liever zolang mogelijk zitten, want ik weet wél zeker dat bij iedere keer als ik een vulling vervang er gezond tandweefsel verloren gaat en we weer een stapje dichter bij extractie zijn in de zogenaamde ‘circle of death’.

De digitale occlusie analyse dan, die zo high-tech is, dat we er waarschijnlijk daarom  nog maar weinig over horen uit de wetenschappelijke hoek. Een apparaat wat het ideale hulpmiddel is bij het  inslijpen of het verhogen van de beet in het geval van een ‘occlusitis’ om zo temperomandibulaire dysfunctie te behandelen. Dit klinkt als tandheelkunde van het allerhoogste niveau, maar helaas is het omgekeerde het geval en zijn de genoemde behandelingen inmiddels zelfs obsoleet, aangezien al enkele decennia bekend is dat er nauwelijks een relatie bestaat tussen occlusie en TMD. Daarbij bestaat de dure digitale occlusie meting ook alweer meer dan 20 jaar, waarbij het nog steeds niet gelukt is om te bewijzen dat dit zelfs maar beter werkt dan het  eenvoudige blauwe occlusiepapiertje, dus deze investering kan ik me ook besparen.

Tot dusver heeft mijn wandeling door het sprookjesbos van de biologische tandheelkunde me nog niet kunnen betoveren en begin ik toch langzaamaan te twijfelen of er buiten de reguliere tandheelkunde wel iets is waar de mondgezondheid van mijn patiënten echt bij gebaat is. Wat ik in ieder geval niet wil is koketteren met iets, waarvan niet bewezen is dat het ook echt werkt, want ik weet inmiddels: baadt het niet, dan schaadt het vaak wel!

Jerry Baas