Nooduitgang
Nooduitgang
Parttime boren is ook boren, maar dan minder. Minder vaak bedoel ik dan, niet minder zoals het tegenovergestelde van beter, want dan zou het slechter zijn. Daar zou ik maar boorvrees van krijgen en dat heb ik niet. Niet meer.
Mijn boorvrees is vrij snel na m’n afstuderen ontstaan. Ik toen nam veel waar voor mentaal of fysiek geblesseerde collega’s en werd geacht om als beginneling hun agenda’s over te nemen. Dat was natuurlijk iets teveel gevraagd voor mij en mijn slachtoffers (ik was in dat eerste jaar liever niet m’n eigen patiënt geweest) en al snel ging ik op zoek naar de nooduitgang. Weg uit de praktijk, weg uit de ellende van te volle agenda’s en mijn eigen geklungel. Het liefst naar iets zonder geboor of waar iemand anders dat deed.
Weldra werkte ik 2,5 dag per week op ACTA en heb ik een tijd lang behandelplannen gemaakt, studenten daarin begeleid en er geen boor aangeraakt. Van het schamele docentensalaris kon je ook toen de huur niet betalen, dus buffelde ik daarnaast noodgedwongen 2 dagen per week in de plattelandspraktijk van mijn vader, waar ik wel mijn eigen agenda kon bepalen, het vak heb geleerd en de tandheelkunde weer leuk begon te vinden.
Deze combinatie van boren en niet-boren, buffelen en uitbollen en doen en denken werkte dus uitstekend voor mij, maar gaf ik op, toen ik een eigen praktijk begon, dat wat iedere tandarts toen, na een tijdje waarnemen, deed en misschien in de nabije toekomst weer gaat doen, dankzij de wet DBA. Dat werd dus weer fulltime boren, want als eigenaar (en schuldenaar) moet je, zeker in het begin, altijd in je winkel aanwezig zijn om omzet te draaien en de kneepjes van het vak van praktijkhouder te leren.
Toen ik na enkele jaren boorvrees kon permitteren, werd het weer tijd voor iets anders naast de praktijk. Een differentiatie ofzo. Eigenlijk maakte het niet uit wat, zolang het maar niet teveel tijd kostte en een goed excuus was om de praktijk weer te kunnen ontvluchten. Gnathologie was drie jaar lang mijn redding, maar daarna moest er toch weer geboord worden toen ik het geleerde in de praktijk bracht bij SBT. Al snel baalde ik weer van de boorvrees en dit keer werd het tijd voor definitieve keuzes. Ik moest de boel maar eens goed naar m’n hand zetten en waar kan dat beter dan in de eigen praktijk. Dat werd dus: dag SBT en hallo halve dagen in de eigen toko, mede mogelijk gemaakt door boortaak-delegatie aan ZZP-ers.
Parttime boren doe ik sindsdien zonder vrees en met meer plezier dan ooit en ik weet inmiddels: minder is voor mij niet alleen meer, maar ook veel beter!
Jerry Baas